Tips uit de praktijk

Een zeilboot is meer dan alleen maar een vervoersmiddel dat je van A naar B brengt. Het is ook een tijdelijk huis, een mini-werk- plaats en een tijdelijke microkosmos. Even bestaat de wereld uit de boot, de bemanning en jezelf. Kleine verbeteringen en handig- heidjes – hier vervat in 36 tips – leveren meer gemak of zeilplezier.

1. SPRINGETJE BIJ HET INVAREN VAN DE BOX

Dat je met een springetje meer kan doen dan alleen de boot goed vastleggen, wordt door veel watersporters nogal eens vergeten. Je kunt het gebruiken om het de roerganger gemakkelijker te maken bij het wegvaren met aanlandige wind of dwarswind, maar ook bij het invaren van een onbekende box. Wanneer er namelijk geen lijnen zij1 gespannen tussen de palen en de steiger - of er geen jacht aan lijzijde ligt waartegen je zachtjes kunt 'landen', dan lig je bij een stevige zijwind al snel dwars tussen de palen, in plaats van met de boeg bij de steiger, zeker wanneer je met een onervaren bemanning of helemaal alleen onderweg bent. Bij ons aan boord proberen we dan ook als eerste een lijn naar voor en naar achter uit te brengen. Liggen die eenmaal vast, dan kunnen we in alle rust de andere lijnen zetten door de boot wat te verhalen. Door bij het binnenvaren meteen een spring om de paal aan loefzijde te leggen en deze over de lier of via de kikker op het achterdek beheerst te laten slippen, kun je na wat oefenen de boot goed op de juiste plaats krijgen. Het komt er daarbij op aan om de kracht tussen roer, schroef en het slippen van de spring goed te doseren.

 

2. SOLO AANLEGGEN AAN EEN STEIGER

Wie vaak alleen zeilt, moet voor het aanleggen wat handigheidjes bedenken. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het aanleggen aan een langssteiger bij aflandige wind. Aanleggen met de boeg naar de steiger is lastig, omdat de boot zodra je hem stillegt, vrijwel direct wegwaait. Het heeft diverse voordelen om met de spiegel naar de steiger toe te varen. De romp zal zich als een pendel richten. Daarbij kun je de boot met meer of minder gas geven tot op de centimeter nauwkeurig tot bij de steiger varen, of zelfs vrijwel bewegingloos bij de steiger laten liggen terwijl je de landvast door de ring haalt of om de bolder werpt. Wanneer je de landvast vervolgens om de lier legt, kun je de boeg op de motor eenvoudig naar de steiger laten zwenken.

3. SLIPSTEEK ALS HULP

 

Bij het afmeren aan een paal is de grootste truc dat je de lijn direct goed over de paal krijgt. Om de lijn goed aan de pikhaak te bevestigen zodat deze er niet per ongeluk vanaf schiet, gebruiken wij een slipsteek als hulpmiddel. Daarvoor nemen we een lange landvast die we met het ene uiteinde aan de boot vastmaken. Daarna maken we ongeveer in het midden van de landvast een slipsteek, steken de haak van de pikhaak in het lusje en trekken het lusje dicht zodat het goed vastzet aan de haak. Nu kunnen we de landvast met de pikhaak gemakkelijk over de paal leggen. Ligt de landvast eenmaal dan trekken we de pikhaak uit het lusJe van de slipsteek en halen de landvast aan. Daarbij gaat vanzelf de slipsteek eruit, zodat je bij het wegvaren de landvast gewoon kunt vieren zonder dat er ergens een knoop achter blijft hangen.

 

tips

& tops

Bron:

 zeilen

NR1-2019